Cybercrime in Nederland 'overtroeft' traditionele criminaliteit
In 2019 gaf 13 procent van de 15-plussers aan slachtoffer te zijn geweest van een of meer cybercrimedelicten, meldt het CBS vandaag. Bij de vorige meting in 2017 lag dat percentage nog op 11 procent, wat een milde stijging was ten opzichte van de voorgaande jaren. In 2013 was er een piek, van 12,6 procent, die nu dus gepasseerd is. Het CBS definieert cybercrime als digitale vormen van identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten (laster, stalking, chantage en bedreiging met geweld via internet).
Hacken verdubbeld
In 2012 hadden veel mensen last van skimming, waarbij criminelen bankgegevens aflezen bij het pinnen. Cybercriminaliteit is in de jaren daarna gedaald omdat de politie maatregelen nam om skimming tegen te gaan, zegt een woordvoerder van het CBS. De laatste jaren komt cybercrime weer meer voor omdat criminelen zich zijn gaan toeleggen op andere vormen, zoals creditcardfraude. Qua registratie bij de overheid valt cybercrime onder de zogeheten vermogensmisdrijven.
Het CBS meldt dat er sinds 2017 in de politieregistraties sprake is van een flinke toename van hacken, identiteitsfraude, en internetoplichting. Het aantal hackgevallen is verdubbeld, terwijl identiteitsfraude met 'slechts' 17 procent is toegenomen en internetoplichting met een stevige 39 procent is toegenomen. Ondertussen is de traditionele criminaliteit met ruim een derde gedaald, zo komt naar voren uit de CBS Veiligheidsmonitor en de politiecijfers.
In 2019 was 14 procent van de Nederlanders slachtoffer van een traditionele vorm van criminaliteit, stelt het CBS op basis van een enquête onder inwoners van vijftien jaar of ouder. In 2012 was dat nog 20 procent. Zij hadden vooral minder te maken met vandalisme en vermogensdelicten, zoals inbraak en diefstal. Ook de politie registreert een daling van de meeste vormen van traditionele criminaliteit. Het gaat hierbij overigens niet om de daadwerkelijke gevallen van misdaden, maar om de meldingen daarvan door Nederlanders.
Minder vaak melding of aangifte
Volgens de Veiligheidsmonitor stappen slachtoffers van criminaliteit minder vaak dan voorheen naar de politie en doen ze ook minder vaak aangifte. Het CBS meldt: "Werd in 2012 nog 38 procent van de delicten gemeld bij de politie, in 2019 gebeurde dit in 32 procent van de gevallen. De aangiftebereidheid nam in dezelfde periode af van 29 procent naar 23 procent. Meer dan tweederde van de delicten die slachtoffers in 2019 ondervonden kwam dus niet in de politieregistratie terecht."
Verder heeft het CBS in de Veiligheidsmonitor niet alle criminaliteit gemeten, wat tradionele én cybercrime omvat. De monitor meet de meest voorkomende vormen van 'gewone' en digitale misdaden waar burgers slachtoffer van kunnen worden. "Belangrijke ‘slachtofferloze’ misdrijven, die qua aantallen minder voorkomen en de burger doorgaans niet direct raken, blijven hier buiten beschouwing. Denk hierbij aan ondermijnende criminaliteit zoals drugscriminaliteit, mensenhandel, fraude, en witwassen. Deze vormen van criminaliteit kunnen echter wel een grote maatschappelijk impact hebben."
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee